Medicatielab_antidepressivatest_stjansdal

Medicatielab: wie zijn wij?

Medicatielab is onderdeel van Ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk.

Het is een samenwerking tussen:

 

 

  

Wat kan Medicatielab voor u en uw patiënt betekenen? 

  • Wij voeren een antidepressiva-test (genotypering) uit, waarmee wij door middel van genotypering kunnen onderzoeken of patiënten een genetisch bepaald (extreem) traag of snel metabolisme hebben.

 

  • Wij willen patienten die een genetisch (extreem) traag of snel metabolisme hebben en daardoor onvoldoende baat hebben bij standaard behandeling met antidepressiva of antipsychotica, een effectieve farmacotherapie bieden. 

 

  • Wij streven ernaar dat deze behandeling een minimum aan bijwerkingen heeft en voor iedere patiënt betaalbaar is. 

 

  • Daarnaast willen wij onze verworven kennis en ervaring van de afgelopen jaren beschikbaar stellen aan alle artsen die psychofarmaca voorschrijven.

 

Voordelen: gemakkelijk aan te vragen en weinig tijdsinvestering

Medicatielab streeft ernaar om de antidepressiva-test (genotypering) en de praktische adviezen voor alle behandelaren beschikbaar te stellen, zonder dat patiënten hiervoor hoeven te worden doorverwezen naar bijvoorbeeld de tweede- of derde lijn. Ons doel is om de tijdsinvestering voor de behandelend arts zo klein mogelijk te houden. Alleen als het klinisch relevant is, vragen wij de behandelaar een medische voorgeschiedenis en/of een medicatiehistorie te verstrekken. Zo kunt u met een minimale inspanning gebruik maken van onze specialistische kennis.

 

Onze kennis en ervaring

Medicatielab heeft al jaren ervaring met het opstellen van deze adviezen. Wij zijn goed op de hoogte van wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de effecten van genetische variatie op de afbraak van medicatie. Ons team participeert in zowel wetenschappelijk onderzoek als in de nationale werkgroep op dit gebied. Wij streven ernaar om onze verworven kennis en ervaring beschikbaar te stellen aan alle artsen die psychofarmaca voorschrijven.

 

Betere monitoring van subgroepen

In Nederland is een relatief grote groep patiënten met een sterk afwijkende geneesmiddelafbraak: ongeveer 10 procent van de populatie is extreem snel of traag metaboliseerder. Uitgaande van een prevalentie van 0,8 procent gaat het ongeveer om 10.000 schizofreniepatiënten en ongeveer 100.000 patiënten die behandeld worden voor depressie of angst.

 

Deze patiënten kunnen worden onderverdeeld in subgroepen welke echter wel dusdanig klein zijn dat geen enkele arts of psychiater (veel) ervaring heeft met het behandelen van deze groepen. Door het centreren van deze subgroepen met een extreem metabolisme binnen één behandelsetting, kunnen wij meer ervaring opdoen wat betreft effectieve behandelstrategieën. Deze behandelstrategieën kunnen mogelijk leiden tot nieuwe richtlijnen.